Het Sibo-dieet

Wat we elke dag eten, voedt niet alleen ons mensen, maar ook ons ​​microbioom in de darmen. Als er een miskolonisatie van de dunne darm is, metaboliseren protozoa zoals bacteriën of archaea de voedingsstoffen voordat we ze kunnen opnemen. Dit bacteriële metabolisme produceert gassen zoals methaan en waterstof, die leiden tot typische Sibo-symptomen zoals een opgeblazen gevoel, oprispingen, obstipatie of diarree.

Naast therapie met conventionele antibiotica of antibiotische geneeskrachtige planten, is voedingstherapie een andere belangrijke pijler van de Sibo-behandeling. Er zijn grofweg twee verschillende benaderingen:

1.) De bacteriën worden met opzet gevoed zodat ze geen beschermingsmechanismen opbouwen tegen antibiotica of antibiotische geneeskrachtige planten. Bij deze aanpak hebben patiënten vaak meer klachten omdat de protozoa veel gas produceren.

2.) De tweede benadering heeft tot doel de bacteriën en archaea zo min mogelijk te voeden. Enerzijds wordt hun proliferatie verminderd en wordt antibiotische therapie ondersteund. Aan de andere kant worden de symptomen bij patiënten ook verlicht doordat de bacteriën minder gas produceren.

In mijn werk volg ik de tweede benadering, omdat deze meestal een snelle verlichting van de symptomen oplevert. Wat eten de bacteriën en archaea in de dunne darm graag? Koolhydraten! Daarom verminderen bijna alle vormen van voeding die Sibo gebruikt de hoeveelheid koolhydraten. Er zijn nu een hele reeks voedingstherapieën die worden gebruikt voor kolonisatie van de dunne darm: SSFG, SCD, Low FODMAP, Biphasic Diet, Low Fermentation Diet en andere zoals GAPS, Paleo of ketogeen. Hier zijn de belangrijkste met hun overeenkomsten en verschillen:

De afkorting staat voor "fermenteerbare oligo-, di-, monosacchariden en polyolen" - fermenteerbare koolhydraten en suikervervangers. Met het low FODMAP dieet worden deze specifieke koolhydraten verminderd. Deze omvatten lactose, fructose, fructanen, galactanen en polyolen (suikeralcoholen). 

Aangezien glutenvrije granen zoals rijst, quinoa, mais, boekweit en haver zijn toegestaan, bevat dit dieet toch relatief veel koolhydraten. Het is daarom goed geschikt voor lichte miskolonisatie en kan ook gemakkelijk worden geïmplementeerd door veganistische patiënten. In vergelijking met de andere vormen van voeding is het minder beperkend en tevens een goed overgangsdieet voor de periode na sibotherapie.